Begin met het rijgen van een stopkraal en breng deze tot het einde van de draad. Zorg dat je ongeveer 20 centimeter draad overhoudt om later je werk af te werken.
Een stopkraal is een kraal waar je twee keer doorheen rijgt, zodat deze op zijn plaats blijft.
De kraal zorg ervoor dat de andere kralen niet van je draad af glijden.
In dit voorbeeld werken we met 2 kleuren. Kleur 1 is de kleur die tussen de bloemetjes komt en kleur 2 is de kleur van de bloem.
Een stopkraal is een kraal waar je twee keer doorheen rijgt, zodat deze op zijn plaats blijft.
De kraal zorg ervoor dat de andere kralen niet van je draad af glijden.
In dit voorbeeld werken we met 2 kleuren. Kleur 1 is de kleur die tussen de bloemetjes komt en kleur 2 is de kleur van de bloem.
Stap 1)
Rijg 8 kralen aan je draad:
– Kraal 1 t/m 3 in kleur 1;
– Kraal 4 t/m 7 in kleur 2;
– Kraal 8 in kleur 1. (Deze kraal wordt het hart van de bloem. Leuke tip: je zou hiervoor ook een 3e kleur kunnen gebruiken.)
Steek de naald vervolgens terug door kraal 4. Het is belangrijk dat je dit van rechts naar links doet. Trek de draad strak, zodat de helft van de bloem zijn vorm aanneemt.
Stap 2)
In deze stap maak je de bloem compleet. Rijg 3 kralen van kleur 2 aan je draad. Haal je naald met draad vervolgens door kraal 7. Het is belangrijk dat je dit van links naar rechts doet.
Stap 3a)
Wanneer je ruimte tussen de bloemen wil laten, rijg je het gewenste aantal kralen ‘gewoon’ aan. Daarna herhaal je de vorige stappen om uiteindelijk op de gewenste lengte te komen.
Stap 3b)
Wanneer je de bloemetjes aan wil laten sluiten op elkaar, herhaal je de vorige stappen, maar laat je kraal 1,2,3 weg. Na kraal 7 begin je meteen weer met het aanrijgen van de 1e kraal van je bloem.
Tips en inspiratie:
– Wanneer je de techniek onder de knie hebt, kan je eens gaan proberen om verschillende kleuren en maten kralen te gebruiken voor een speels effect. Je kan Rocaille 11/0 met 8/0 combineren.
– Het leukste effect is om contrastkleuren te kiezen, zodat de bloemetjes duidelijk zichtbaar worden.
– Je kan ook kiezen voor een facet of preciosa als hart van de bloem.
– Voor de sluiting kan je een knijpkraal gebruiken om een ringetje en slotje aan te bevestigen. Bij deze armbandjes is het ook heel leuk om een kapittelsluiting gebruiken. Kijk hier voor onze blog over het bevestigen van een karabijn-slotje.
– Trek je draad, rustig en niet al te strak aan. Zodra het bloemetje in de juiste vorm is, is het al genoeg. Anders trek je het bloemetje weer scheef.
Rijg 8 kralen aan je draad:
– Kraal 1 t/m 3 in kleur 1;
– Kraal 4 t/m 7 in kleur 2;
– Kraal 8 in kleur 1. (Deze kraal wordt het hart van de bloem. Leuke tip: je zou hiervoor ook een 3e kleur kunnen gebruiken.)
Steek de naald vervolgens terug door kraal 4. Het is belangrijk dat je dit van rechts naar links doet. Trek de draad strak, zodat de helft van de bloem zijn vorm aanneemt.
Stap 2)
In deze stap maak je de bloem compleet. Rijg 3 kralen van kleur 2 aan je draad. Haal je naald met draad vervolgens door kraal 7. Het is belangrijk dat je dit van links naar rechts doet.
Stap 3a)
Wanneer je ruimte tussen de bloemen wil laten, rijg je het gewenste aantal kralen ‘gewoon’ aan. Daarna herhaal je de vorige stappen om uiteindelijk op de gewenste lengte te komen.
Stap 3b)
Wanneer je de bloemetjes aan wil laten sluiten op elkaar, herhaal je de vorige stappen, maar laat je kraal 1,2,3 weg. Na kraal 7 begin je meteen weer met het aanrijgen van de 1e kraal van je bloem.
Tips en inspiratie:
– Wanneer je de techniek onder de knie hebt, kan je eens gaan proberen om verschillende kleuren en maten kralen te gebruiken voor een speels effect. Je kan Rocaille 11/0 met 8/0 combineren.
– Het leukste effect is om contrastkleuren te kiezen, zodat de bloemetjes duidelijk zichtbaar worden.
– Je kan ook kiezen voor een facet of preciosa als hart van de bloem.
– Voor de sluiting kan je een knijpkraal gebruiken om een ringetje en slotje aan te bevestigen. Bij deze armbandjes is het ook heel leuk om een kapittelsluiting gebruiken. Kijk hier voor onze blog over het bevestigen van een karabijn-slotje.
– Trek je draad, rustig en niet al te strak aan. Zodra het bloemetje in de juiste vorm is, is het al genoeg. Anders trek je het bloemetje weer scheef.