Macramé ofwel het knopen van draad is heel veelzijdig. En dat terwijl je eigenlijk slechts een aantal basisknopen hebt. Door deze net anders te leggen of op een andere plek, krijg je elke keer een heel ander effect.
Wat kun je ermee maken
Met macramé kun je heel eenvoudige sieraden maken, zoals de Ibiza stijl armbandjes, waarbij je een grote kraal of tussenzetsel bevestigt tussen een enkel of dubbel koord en een schuifknoop maakt als slotje. Ook kun je kleine Miyuki kralen hierop rijgen op dezelfde manier. Met name in de lente en zomer zijn dit superleuke armbandjes, die je eindeloos met elkaar kunt combineren.
Aan de andere kant kun je ook grotere, meer ingewikkelde creaties maken. Je wisselt dan verschillende knooptechnieken (welke hieronder verder uitgelegd worden) af, waardoor er een mooi gedetailleerd patroon ontstaat. Je kunt hierin kralen mee rijgen of zelfs cabochons inpakken.
Draadspanning
Het belangrijkste bij macramé is hoe hard je de knopen elke keer aantrekt. Het is belangrijk dat je dit bij elke nieuwe knoop steeds evenveel doet, omdat je anders verschil krijgt in je werk. Dit is in het begin wel even wennen en zul je goed moeten oefenen om er steeds beter in te worden.
Benodigdheden
Voor macramé heb je in de basis natuurlijk het koord nodig en een schaar. Daarnaast is een plank of bord, waarop het het kunt bevestigen onmisbaar en om het hierop goed te bevestigen heb je plakband en/of naalden/punaises nodig.
Een macramé bord is hierin extra handig, omdat je dan met de vakjes die hierop zitten beter je werk kunt overzien. In dit bord kun je met spelden de koorden steeds op de juiste plek vastzetten.
Welk koord
Er zijn verschillende soorten koord om mee te knopen. Eigenlijk is het zelfs zo dat je het nagenoeg met elk koord kunt doen. Het fijnst werkt het wel als het mooi glad is, zodat je de knopen mooi gelijk kunt leggen. En ook dat het niet te glad is, want dan zakken je knopen makkelijker uit. Het wordt dan minder strak en is lastiger om de volgende knoop er op de juiste positie te krijgen.
Het koord waar wij heel enthousiast over zijn is het c-lon rijgkoord. Deze is er in verschillende diktes, namelijk 0.3, 0.4, 0.5 en 0.9 mm. De meest gebruikte dikte is 0.5 mm , daarna 0.9 mm. De dunnere zijn dan ook een stukje lastiger om te knopen. En daarbij ook in heel veel kleuren.
Knopen goed vastzetten
Het voordeel van dit koord is ook dat het met een vlammetje te smelten is, waardoor je de laatste knopen goed vast kunt zetten. Je houdt voorzichtig het vlammetje tegen de knoop tot het een beetje smelt en dat maakt dat hij niet meer los zal komen.
Indicatie van de lengte
Wanneer je veel knopen maakt, dan heb je al snel 10x zoveel draad nodig. Dus als je een armbandje maakt van ongeveer 17 cm, houdt dan rekening met lengte van 1,5 tot 2 meter koord. Maar in de meeste patronen wordt precies aangegeven hoe lang je moet knippen.
Je hebt in je werk vaak basiskoorden waaromheen je knoopt en juist de koorden, waarmee je de knopen legt. De basiskoorden blijven veel meer op lengte dan de knoopkoorden, omdat hier vooral omheen geknoopt wordt. De knoopkoorden zijn vooral zichtbaar en de basiskoorden zijn verborgen onder de knoopkoorden.
En als je twijfelt, knoop dan een proefstukje, waarbij je van tevoren een bepaalde lengte hebt gemarkeerd met een plakbandje. Houdt dan bij hoeveel knopen je zet en hoe lang je stuk is geworden en zo kun je het omrekenen tot de totale lengte. Rondt dit altijd nog even af naar boven voor de zekerheid.
Kralen toevoegen
In je werk kun je natuurlijk ook altijd kralen toevoegen en deze tussen de knopen in je werk vastzetten. Houdt bij je keuze dan rekening met de grootte van de kraal en ook het rijggat.
Het rijggat moet niet veel groter zijn dan de dikte van het koord, omdat het anders te los blijft zitten. Tenzij je natuurlijk zo knoopt dat de knopen de kraal mooi stevig inpakken.
En het rijggat moet in ieder geval 0,2 mm groter zijn dan de dikte van het koord, omdat het anders te lastig is om de kralen op te rijgen.
Makkelijk rijgen
Een tip hierin is om het uiteinde van het koord in de lijm of nagellak te dopen, zodat de punt hard wordt. Dit maakt voor het knopen niks uit, maar zorgt er wel voor dat je de kralen tussendoor makkelijker kunt rijgen.
De basisknopen
Hieronder geven we al een paar van de basisknopen met een korte uitleg, zodat je deze zelf verder op kunt zoeken. Binnenkort maken we hier uitgebreider uitleg over.
Larks head knot / Koeienknoop – Vooral gebruikt om het rijgkoord op de basiskoord te bevestigen. Je vouwt een lang stuk draad dubbel, steekt het onder het basiskoord door en rijgt de uiteinden door de eigen lus, zodat je 2 basisdraden hebt om te gebruiken. Als je meerdere draden wilt gebruiken voor bijvoorbeeld een armband, dan kun je meerdere draden met deze knoop naast elkaar aan het basisdraad vastknopen.
Square knot / Weitasknoop – Met 4 strengen draad knoop je de buitenste draden om de 2 middelste basisdraden. Je knoopt deze eerst vanaf de ene kant en daarna vanaf de andere kant. Op deze manier krijg je strakke vierkante blokjes onder elkaar. Wanneer je deze knoop alleen vanaf links of alleen vanaf rechts doet, dan krijg je een spiraalvorm, zoals een wokkel. De uitleg van de weitasknoop vind je ook op Kralen.com.
Half hitch / halve steek – dit is de eenvoudigste knoop in Macramé, waarbij je het ene draad rondom het andere koord lust en dan voor het ene koord langs aantrekt. Dit is de helft van de double half hitch die je maakt met meerdere rijen naast elkaar.
Double half hitch / Cordon knoop– Met deze knoop kun je mooi diagonale rijen maken in je ontwerp. Je start aan 1 kant met de knoop met draad 1 en 2, waarna je hem nog een keer legt, maar dan met draad 2 en 3. Als je op deze manier verder gaat, dan ontstaat er een diagonale lijn. Deze kun je hieronder vervolgen, maar dan bijvoorbeeld de diagonale lijn in de andere richting te zetten. Op de draadjes ertussen kun je heel goed kralen rijgen.